zaterdag 4 februari 2017

Mammografie met vervolg, deel 2

's Morgens om half elf gaat de telefoon, mijn huisarts. Ik ben in de veronderstelling dat hij belt voor mijn eczeem. En denk werkelijk niet aan de uitslag van de mammografie. Maar dat is het dus wel. Ze hebben een verdacht plekje gevonden (BI-RADS 4) en ik moet naar het ziekenhuis voor een biopsie..




Paniek ten voeten uit! Mijn eerste gedachte is niet: o jee, wat nu als het foute boel is? Nee, mijn eerste gedachte is: ik durf niet naar het ziekenhuis! Ik wil niet, ik trek de reis niet en heb geen idee hoe ik dit aan moet pakken. Igor Zweers, mijn huisarts, benadrukt dat het heel belangrijk is dat ik ga. Ja, dat snap ik. Al kruip ik het liefst in een berenhol voor een lange winterslaap. Even nergens meer aan denken. Hij denkt met me mee en vermoed, dat ik me meer thuis voel in het Alexander Monro Borstkankerziekenhuis dan in het Meander. Ik heb er al van gehoord, het is in Bilthoven en qua afstand ongeveer net zo ver als het Meander in Amersfoort. Met het grote voordeel dat het kleinschaliger is, geen lange gangen ergens boven in een ziekenhuis, en ze staan heel goed bekend.

Ik lees me in op hun website en vind alleen maar goede reviews. Ja, als ik ergens heen moet, dan maar hier. Het enige dat ze niet doen is bestraling. Maar daar wil ik helemaal nog niet aan denken. Ik hoop een beetje, dat het een restje is van de grote cyste, die ik een paar jaar geleden had. De huisarts gaat me maandag terug bellen om te horen wat ik besloten heb.

Dat weekend is drama. De ene na de andere paniekaanval overvalt me en ik leef op halve oxazepammetjes. Die redden me enigszins, maar de paniek wurmt zich er toch steeds doorheen. Maarten, mijn 'prille' en o zo heerlijke vriendje, wil langskomen. Hij woont in Utrecht en is afhankelijk van het ov. Dus voor een uurtje langskomen vind ik geen optie. Ik ben iemand die zich, als ik ergens mee zit, terugtrekt in haar cocon. Maar als Maarten er eenmaal is, vind ik het fijn. Hij trekt het als ik een mega aanval krijg die avond. Hij is lief voor me en wil met me mee naar het ziekenhuis.

Huisarts en ziekenhuis nemen contact op

Die maandag belt mijn huisarts me rond half 11 en vult het contactformulier in voor het ziekenhuis. Ik ben de eerste patiënt die hij naar het Alexander Monro Ziekenhuis verwijst. Hij heeft echt me me meegedacht qua locatie, zo lief. Maar dat neemt niet weg, dat ik nog steeds geen idee heb hoe ik het voor elkaar ga krijgen daar te komen.

Nog geen uur later gaat weer de telefoon: het ziekenhuis. Ik kan op 1 februari terecht en zeg: O wat fijn, nog twee weekjes respijt. Ben zo in de war, dat ik niet door heb dat het aanstaande woensdag al is. Zodra ze me dit vertelt, schrik ik en vraag, of ik het kan verzetten naar volgende week. Ik trek het niet, ben helemaal op van alle paniek. En hoop, dat als ik weet, dat ik een weekje niets hoef, ik wat rustiger kan worden. Afspraak staat nu voor 8 februari om 16.05 uur.

Brommer of auto?

Het liefst ga ik met de brommer. Ik heb op ANWB Routeplanner gekeken en zie, dat je er met de fiets een half uur over doet. Dus met de brommer een kwartier tot 20 minuten, schat ik in. De mensen die me goed kennen, begrijpen dat ik op de brommer wil. De moeilijke dingen lukken mij het best als ik het alleen doe. Ik vind het vreselijk om te moeten praten met paniek, wil me helemaal in mezelf terug kunnen trekken en als het niet lukt, stel ik alleen mezelf teleur. Koude wind in mijn gezicht, zelf de controle houden, bezig zijn.. Maar ja, als ik me vol stop met pammetjes, wat nodig is op dat moment, is het wellicht niet zo'n goed idee.

Ik moet het malen maar even laten, en op de dag zelf zien wat ik ga doen. Wat het beste voelt voor mij. Áls ik ga, ik heb er zo'n hard hoofd in. Het moet ja, maar mijn fobie is sterk. Het ene moment denk ik: ik ga het gewoon doen. Het volgende moment weet ik zeker, dat het me niet gaat lukken.