Als kind was ik al angstig. Noem het op en ik was er bang voor: Sinterklaas, clowns, spinnen, de knipoog van Meneer den Uil, het donker van de nacht. Aan Sint en zijn pieten kon ik niets vrolijks ontdekken. Voor mij was het een bulderende man die me mee wilde nemen in zijn zak. En bij het zien van een achtpotig monstertje gilde ik de boel bij elkaar. Gelukkig heb ik de meeste angsten al lang geleden afgeschud. Ik zeg altijd: ik ben bang voor de verkeerde dingen.
Kleuterschool
Op de kleuterschool kreeg ik last van emetofobie, angst voor overgeven. Hoewel deze fobie op plaats zeven staat van de meest voorkomende fobieën, is hij vrij onbekend. Ik kwam er zelf pas achter dat het beestje een naampje had toen ik de dertig al ver was gepasseerd. Maar goed, hoe het allemaal begon. Ik was aan het spelen in de klas, toen iedereen zich dromde om de deur. Nieuwsgierig als ik was, wurmde ik me er tussendoor en zag in de gang iets liggen, dat leek op een plas yoghurt met vruchtjes. Toen ik er achterkwam, dat het om braaksel ging, ben ik zó bang geworden dat ik onder de tafel van de juf ben gaan zitten met de vingers in de oren. Waarom ik hier zo bang van werd? Geen idee. Tot op de dag van vandaag snap ik niet waarom dit zo'n trauma was.Sinds die tijd heb ik zelf nooit meer gespuugd, op een 'ongelukje' na toen ik vierentwintig was. Door deze angst kreeg ik de meest heftige paniekaanvallen. Die paniek uit zich bij mij vooral in extreme misselijkheid. Dus elke keer weer ben ik ervan overtuigd, dat het nu écht gaat gebeuren. Ik leer het nooit, ook niet na jarenlange ervaring hiermee. Het gevoel is allesoverheersend en je wilt maar één ding: laat dit nú voorbij gaan!
Robot
Gesprekjes met de juf en boekjes over hoe het lichaam werkte, maakten me juist banger. Want het kon zomaar omhoog komen, je eten. Voor mij was hier natuurlijks aan. Want iets, dat je in je mond stopt, hoort daar niet meer uit te komen. Och, wat hoopte ik, dat ik een robot was.Sinds die tijd keek ik met met argusogen naar kinderen die naar mijn mening teveel snoepten. Of meldden, dat ze zich niet lekker voelden. Ik was als de dood dat het fout ging en zat dan al in de start om weg te vluchten.
Handje vasthouden
Voor mijn moeder was het een opgave om me elke dag weer naar de kleuterschool te brengen. Ze moest letterlijk mijn hand vasthouden. Zodra ze hem los liet, vluchtte ik weg. Eenmaal op school ging het dan wel weer, nadat ik me ervan overtuigd had dat niemand er ziek uit zag.
Gelukkig is het bijna nooit 'mis' gegaan in de klas. Maar uiteraard herinner ik me als de dag van gisteren, dat er een jongen in klas vier ineens begon te spugen, zomaar op zijn tafel. Hier werd ik zo panisch van, dat ik letterlijk uit het raam ben gevlucht. Maar ja, ik kon natuurlijk niet naar huis. Mijn moeder zou me direct terugbrengen naar school en dat durfde ik voor geen goud. Dus heb ik me uren verschanst achter een grote berg zand, vlak bij mijn huis. Mijn ouders waren me inmiddels aan het zoeken en ik kon geen kant meer op toen mijn vader met de auto om de berg heen kwam rijden en mijn moeder aan de andere kant stond uit te kijken. Natuurlijk moest ik terug naar school, al mocht ik thuis eerst even bijkomen.
Gelukkig is het bijna nooit 'mis' gegaan in de klas. Maar uiteraard herinner ik me als de dag van gisteren, dat er een jongen in klas vier ineens begon te spugen, zomaar op zijn tafel. Hier werd ik zo panisch van, dat ik letterlijk uit het raam ben gevlucht. Maar ja, ik kon natuurlijk niet naar huis. Mijn moeder zou me direct terugbrengen naar school en dat durfde ik voor geen goud. Dus heb ik me uren verschanst achter een grote berg zand, vlak bij mijn huis. Mijn ouders waren me inmiddels aan het zoeken en ik kon geen kant meer op toen mijn vader met de auto om de berg heen kwam rijden en mijn moeder aan de andere kant stond uit te kijken. Natuurlijk moest ik terug naar school, al mocht ik thuis eerst even bijkomen.